Dennis Belfor

De rouw om de transatlantische slavernijkwelling blijft rauw

Rouw om Rauw van het trans-Atlantisch Slavernijgebeuren, waaronder het ronselen, het gedehumaniseerde vervoer, de wildvee behandeling van de tot slaaf gemaakte slachtoffers daarbij en daarna?

Citaat van zekere Freud in Rouw en melancholie overgenomen door Arnon Grunberg (de Volkskrant maandag 26 juni 2017):

Het is verder zeer opmerkelijk dat het nooit bij ons opkomt rouw als een ziekelijke toestand te beschouwen en door een arts te laten behandelen, hoewel het verschijnsel gepaard gaat met ernstige afwijkingen van het normale levenspatroon”.

Wanneer ik mijn confrontatie met het feestelijk vieren van het kéti-kóti-gebeuren in aan- en ogenschouw neem en inherent het reële trans-Atlantische Slavernijgebeuren, waaruit het is ontsproten, dan vermag ik geen reden te zien om uitbundig feest te vieren. Emotioneel komt het “Nu” bij mij aan, alsof wij de dehumanisering van de directe slachtoffers van het trans-Atlantische Slavernijgebeuren, feestelijk goedkeuren.

Want ver voor en direct na het feest, vervallen wij weer in de pijn, die wij genetisch overgedragen hebben gekregen en die nog altijd rondwaart in ons binnenste. Ik heb nog steeds met niemand over die pijn kunnen delibereren. Nooit nog iemand, die op een juiste en oprechte wijze mijn genetisch bepaalde pijn heeft kunnen verzachten. Te veel worden wij als zeer emotioneel en als met veel wrok overladen te zijn, weggezet en ook nog met het verwijt dat wij ‘oude koeien uit de sloot halen’.

Los van dat in mijn sloot er geen koeien horen te zijn en verduidelijkt dat zijn de stroming van de sloot belemmeren, worden wij ook gedwongen te leven met een zeer afkeurenswaardige nuance; “Slavernij is van alle tijden”. Dit tegen beter weten in, dat het verfoeide trans-Atlantische Slavernijgebeuren, nergens anders zijn weerga kent. Niet ervoor en gelukkig nooit MEER erna.

Wanneer mogen wij eindelijk eerbiedig, gekend en erkend rouwen vanwege de herkenning en erkenning van het leed van onze voorouders, die onderworpen zijn(geworden) aan het trans-Atlantische Slavernijgebeuren, waarbij Afro/Afri- mensen tot slaaf zijn gemaakt en wij, de nazaten, die dagelijks met het gen en dogmatische stigma in een gestigmatiseerde dogma worden gedwongen voort te sjokken? Alleen zo kunnen wij innerlijk de aanzet ontwikkelen en verder uitzetten naar de scheiding van emotionele en rationele slavernij verleden en de plek die ons toebedeeld is in het huidig wereld bestel.

Voor vele witte (West-)Europese Nederlanders, is rouwen heilig. Is het omdat wij niet (West-)Europees (wit) zijn, dat wij niet mogen rouwen om onze rauwe en nog steeds niet genezen geesteswonde? Als je niet gelooft in spiritueel voortzetten van het leven na de aardse dood, heeft rouwen geen zin. Rouw heeft te maken met verwerking en geven van een plek vanuit dezelve en gericht op de dezelve.

Het is dus een noodzakelijk maar egocentrische bezigheid, schrijft Arnon Grunberg, die zelf verder aanhaalt, dat de (in de zich tot daartoe verheven)joodse traditie de duur ervan heeft beperkt tot een jaar. Dus niet korter. Daar in mijn zienswijze het verfoeide trans-Atlantische Slavernijgebeuren; werd ingezet , instaand werd gehouden en de afschaffing ervan werd aangezwengeld door en met oneigenlijk gebruik en zo misbruik van de Bijbel, waarbij het met een pervers neveneffect van het Christendom zodanig werd geïnterpreteerd; om pijn als een deugd te zien, aan te nemen en te ondergaan, is mij ook het rouwen ontnomen door een feestelijkheid aan te koppelen. Dit alles draagt ertoe bij, dat alle pijn, in welke uiting dan ook om te zetten en of te verwoorden, van het verfoeide trans-Atlantische Slavernijgebeuren, nog steeds heel rauwblijft voortgaan, als een wond die nog steeds geen genezing vindt.

Die als humane wezen, het onderscheid en verschil van strekking kent, tussen zelfmedelijden en empathie, erkent subiet de plicht om in het rauwe van de geesteswonde van de ander het recht van die ander om te rouwen over iedere pijn, ook en vooral als die pijn genetisch is bepaald en overgedragen. Dennis E. Belfor Rotterdam.

Dennis Belfor

Dennis Belfor

Columnist

.